Kenmerken overdragen

Gereedschap

Gereedschappenset

Sneltoets

Pipet

Basisgereedschappen

Shift+E

Met het gereedschap Pipet kunt u een aantal kenmerken van een object opnemen en daarna toekennen aan om het even welk ander object in de tekening.

Met het gereedschap Pipet kunt u geen kenmerken van het ene naar het andere bestand overdragen.

Eyedropper_modes.png

Methode

Omschrijving

Kenmerken opnemen

Wanneer u met het pipet op een object klikt, worden al de kenmerken van dit object opgenomen.

Kenmerken toekennen

Het emmertje ‘giet’ alle opgenomen kenmerken neer op het object van zodra u op dit object klikt.

Instellingen [knop]

Klik op deze knop om de standaardinstellingen aan te passen.

Instellingen

Klik in dit veld om de te kopiëren kenmerken te bepalen en om sets te bewaren en te beheren.

Tip: Door de alt-toets (Mac) of de control-toets (Windows) in te drukken kunt u wisselen tussen Kenmerken toekennen en Kenmerken opnemen.

Om kenmerken over te dragen:

Activeer het gereedschap. Klik dan op de knop Instellingen om het dialoogvenster ‘Pipet’ te openen en te bepalen welke kenmerken u wilt overdragen.

Of: selecteer een set bewaarde kenmerken in de keuzelijst van de Methodebalk.

Selecteer Instellingen opnemen in de Methodebalk; de cursor verandert hierbij in een pipet.

Klik op het object waarvan u de opgegeven instellingen wilt overnemen.

Selecteer Instellingen toekennen in de Methodebalk; de cursor verandert hierbij in een emmertje.

Klik op het object waaraan u de opgenomen instellingen wilt toekennen.

Attributes00783.png

Het Kenmerkenpalet